Artikel van Oliver Meise over de Halcyon RB80
Vertaling door Jens Bech
Gepubliceerd
met toestemming van de auteur
Web:
www.taucher.net
German
version
Een Geniale Spaarpot.
Tja, waarom gaat het? Een spaarpot voor munten? Mooi
niet! Dr. Reinhard Buchaly, bekend onder vele technische duikers en grot
duikers, heeft een geniale halfgesloten rebreather met passieve gastoevoer
ontwikkeld.
Het begon allemaal einde 1996 als een privé project
zonder enige commerciële doelstelling. De op de markt bestaande rebreathers
bleken niet in staat, of veilig genoeg voor uitgebreide exploraties van
grotten op grotere dieptes met kilometers lange duikafstanden. Militaire
apparaten waren niet beschikbaar, te duur of bleken tenslotte, qua
constructie niet voor het gestelde doel geschikt. Er werd dus besloten om
met behulp van een simulatieprogramma, ijkwaarden op te stellen voor een
passieve, half gesloten rebreather. Het programma hiervoor schreef begin
1997 Bernd Aspacher op aanwijzing van Reinhard. De nieuwe rebreather
constructie diende positieve eigenschappen en de kenmerken van de oude,
beproefde rebreather types te koppelen aan nieuwe ideeën. Een beoogd doel
was een duidelijk kleinere, compactere bouwvorm te ontwikkelen. Als model
stond hier het oudere Halcyon-apparaat (Big Hall) en tevens het redundante
rebreather systeem van Oliver Isler. Van de laatste werd de gedachte van de
redundantie en geoptimaliseerde minimale contralong grootte overgenomen. Het
belangrijkste veiligheidskenmerk diende echter het ontbreken van
elektriciteit en elektronica te zijn. Door het contact met de constructeur
van de DC55 rebreather werd de aandacht op de betekenis van de
materiaaleigenschappen van de contralong gericht. Verder werd nog zeer veel
aandacht besteed aan een ongecompliceerde constructie en een eenvoudige
opbouw van de rebreather. Tenslotte was het model klaar.
Als we de 16 kilo zware rebreather (gevuld met
ademkalk, en met gemonteerd mondstuk ademslangen en gasblok) uit elkaar
halen, worden de hoofdcomponenten zichtbaar.
Rechts en links steken de ademslangen uit het –uit
massief Delrin® gemaakte bovendeel van de
rebreather. De slangen zijn van het beproefde en extreem stabiele
Darling type. De slangen monden uit in het eveneens robuuste mondstuk
met geïntegreerd Bailout systeem. De bailout handel is eveneens uit Delrin®
gemaakt. De aansluitingen zijn doormiddel van een kleurcode rood en groen
gemarkeerd.
De eigenlijke rebreather cilinder
bestaat uit twee “trappen”’. Verder zien we op de afbeelding een
neopreenmantel die voor extra warmte isolatie eroverheen getrokken wordt. Op
de foto zien we de beide schroefwartels waarop het gasmengsel onder druk kan
worden aangesloten. Beide “trappen”zijn met elkaar verbonden door rechte met
de hand te bedienen spansluitingen. Als de sluitingen worden losgenomen kan
het onder- en bovendeel van elkaar worden genomen.
In het bovenste gedeelte bevindt zich de scrubber met
een volume van 3,5 liter.
In het onderste deel bevindt zich een “”contralong”in
de vorm van een vouwbalg. Dit deel wordt van het bovendeel gescheiden door
toepassing van O-ringen, filters e.d. In dit constructief op het onder deel
zittende deel bevinden zich ook de aansluitwartels voor de toevoer van het
gas. Hier wordt de kringloop naar toegevoerd.
Het onderdeel met de vouwbalg heeft nog enkele aardige
kenmerken Afhankelijk van het gebruikersdoel kan de ontluchtingsverhouding
door inbouw van een kleinere inwendige tegenlong (kleinere binnenbalg.)
veranderd worden. De uitwendige gas afgifte (dump) en bescherming tegen
overdruk in de balg wordt d.m.v. een ontluchtings ventiel geregeld.
In de afgebeelde toestand is natuurlijk nog geen duiken
mogelijk. De voorraadgasflessen ontbreken nog. Die laten zich op een
raamwerk, dat ook op de rebreather beschermd, links en rechts aanbrengen.
Voor heel extreme doeleinden of missies kan men ook met twee van deze
rebreathers gelijktijdig duiken. Begin Augustus 2001 werd in de Franse grot
Doux de Coly en grotduik uitgevoerd over 5000 meter (daarmee de langste
Europese onderwater grot). De duik vond met een dubbele RB80 plaats. Het gas
uit op de rug gedragen flessen of uit stagebottles wordt via een gasblok,
die met een D-ring aan de rechter schouder hangt, naar de rebreather geleid.
De standaard configuratie bestaande uit riemen, backplate en wing kan
hierdoor onveranderd worden gebruikt.
De beide gastoevoerleidingen naar de rebreather hebben
een gelijk doel en zijn in het kader van redundantie dubbel aangebracht.
De natuurkundige gas afgifte verhouding ligt bij 1:10.
Dit betekent in de praktijk een gasspreiding van ca 1:8. Verdere
interessante kenmerken zijn de volautomatische condens afscheider. Een optie
die bij duiktijden van 3 uur het regelmatig moeten bedienen van een handpomp
overbodig maakt. Men kan bovendien een Drager Oxygauge plaatsen voor het
bewaken van de partiele zuurstofdruk. De rebreather beschikt over een
ingebouwd alarmsysteem. Dit bestaat uit de akoestische - en
gevoelseigenschappen. Bij gas afgifte is een duidelijk geruis te horen. Dit
geruis is dermate duidelijk dat het niet door een zoemend geluid van
bijvoorbeeld een scooter wordt overvleugeld. De gas afgifte kan bij deze
rebreather ook visueel door een buddy gecontroleerd worden.
Tenslotte is deze rebreather qua druk niet aan een diepte gebonden omdat
alle delen zich aan beide zijden aan de omgevingsdruk blootstellen. Een
ander veiligheidskenmerk is het aanbrengen van twee koppelingen voor de
gastoevoer. Deze kunnen gescheiden afgesloten worden, bovendien kan over elk
van de beide koppelingen het gas worden toegevoerd.
Deze aldus geconstrueerde rebreather werd vervolgens in
de U.S.A. aan enige rebreather goeroes voorgesteld. Dat bleek noodzakelijk
door het lidmaatschap van Reinhard Buchaly en Michael Waldbrenner van het
W.K.P.P. project. Nadat JJ, RMC en George Irvine ermee gedoken hadden, was
men er zo van onder de indruk dat Reinhard’s rebreather de nieuwe Halcyon
rebreather werd.
Hij wordt bij Halcyon als RB80 op de markt gebracht,
waarbij de letters op de initialen van de uitvinder slaan, en het getal 80
een aanwijzing is dat de grootte van de rebreather overeenkomt met een 80 cu/ft
persluchtfles (ca 12 liter). De keuze van Halcyon is bovendien zeer passend
omdat in het ontwerp al een Halcyon mondstuk met geïntegreerde bailout en
een gas switchblok werden gebruikt. Naast de RB80 bestaan er ook nog enige
toestellen met de aanduiding RB2000. Hierbij gaat het om prototypen van
Reinhard. Geïnteresseerden voor een dergelijke rebreather moeten zich dus
tot Halcyon wenden en kunnen daar dan voor $7885 US een rebreather
aanschaffen. Bij de rebreather krijgt men ook nog een Pelican®
transportkoffer en een gebruiksinstructie, ademkalk, een bailoutmondstuk en
het switchblok voor de gasdistributie. Voordat men de rebreather echter
overhandigd krijgt, moet iedereen bij GUE een speciaal op de rebreather
afgestemde training volgen. Die kost dan nog een $1500 US. Een nu niet
bepaald goedkoop genoegen dus. Het toestel en de bij GUE bekende solide
opleiding mogen dat echter weer goed maken. Zou men reeds de training op de
oude Halcyon rebreather gevolgd hebben dan vervalt de GUE cursus. Hier zou
alleen nog een Upgrade cursus van $ 300,- US moeten worden gevolgd. Voor de
rebreather bestaan nog verdere toebehoren die je bij Halcyon kan bestellen.
Zo is er het MC systeem voor tussen de $ 457,- en $ 555,- US, dubbelset voor
cilinders met speciale brug voor $ 500,-. Ook is een 300 bar brug leverbaar
voor $ 254,-
Naast het nadeel van de voor iedereen hoge
aanschafkosten, is in feite het grootste nadeel dat er geen
dieptecompensatie is toegepast. Hiermee bestaat het gevaar voor hypoxie. Bij
de RB80 werd deze keuze bewust gemaakt om te kiezen voor een vergrote gas
afgifte voor het duiken tot dieptes van 20 meter. Omdat de RB80 om een
exploratie rebreather gaat. Met een correcte gas keuze is het echter geen
probleem om met dit apparaat op geringe diepten te duiken. Waarschijnlijk is
om deze reden de opleiding dan ook in handen van de GUE gelegd.
Met dank aan de heer Michael Waldbrenner, Reinhard
Buchaly en Oliver Meise
November 2002
Janwillem Bech
Therebreathersite.nl
|